Eén van de redenen waarom ik graag macro film is omdat mijn groothoekopnames vaak te stoffig zijn om met plezier naar te kijken. Vooral in de Oosterschelde dwarrelt veel zand, dat met het tij meestroomt.
Zo’n overzichtsshot probeer ik vaak wel te maken. Het is een prachtig gezicht als ik bij de Zeelandbrug hele velden kokerwormen onder me voorbij zie gaan. Al die zelfgebouwde kokers waar de waaiers bovenuit steken – de rest van de worm zit in het kokertje. Met hun tentakelkransen dansen ze sierlijk en synchroon als een corps de ballet.
Thuis bekijk ik de opnames en telkens blijken de beelden pas mooi als ik heel dichtbij zo’n worm film. Bijna abstract soms, door de structuur van de franje met al die kleine vertakkingen waarmee het dier plankton zeeft.
En opnieuw besluit ik tot het monteren van de beste opnames van dichtbij, die op zichzelf ook het beeld van de danser overbrengen. Bij het filmen van een bewegend dier beweeg ik in hetzelfde ritme mee. Ik zweef er zo’n beetje bij en dans mee op de deining. Met deze deed ik een pas de deux.