Kraamkamer sepia’s

Het is 1 juni 2017. We duiken dit jaar pas voor de eerste keer bij de Zeelandbrug. We zijn laat. We verwachten geen sepia’s meer te zien. Het water is immers al geruime tijd boven de 12°C. En dat is de temperatuur waarboven ze naar de kustwateren komen om zich voort te planten. We zwemmen naar de rekjes van bamboe en wilgentakken om de eitjes te bekijken. Elk voorjaar plaatsen duikers deze rekjes om het de sepia’s makkelijker te maken hun eieren af te zetten. We bekijken de druifvormige zwarte eieren en zien ook nog twee volwassen sepia’s, maar die zwemmen schichtig weg.

Eind juni ontdek ik een rekje met een paar eitjes zonder inkt. Het is prachtig om te zien, die heel kleine dieren – vrijwel doorzichtig – met grote ogen. Ook de dooierzak is goed zichtbaar en bijna net zo groot als het sepiaatje. In de weken erna ga ik regelmatig kijken. De baby’s groeien en krijgen kleur, de dooierzak zie ik niet meer. Ze bewegen in het ei en het ei beweegt op en neer in de stroming, heel grappig! Ze proberen zich te verschuilen voor het licht van de videolampen. Met de lampen op de laagste stand en van achteren gericht lukt het me om hun kopjes in beeld te krijgen.

Begin juli zijn sommige eitjes leeg en zie ik ook kleine sepia’s in de buurt van de rekjes. De hele maand gaat dat zo door en eind juli zie ik alleen op sommige rekjes nog eitjes. Tot ik medio augustus tot mijn verbazing weer een volwassen stel sepia’s zie. Het vrouwtje zet eieren af. De eitjes zijn wel kleiner dan die we begin van de zomer zagen.

De kleintjes zwemmen in de buurt van de rekjes of zitten verscholen onder de stokken. Ze variëren in grootte van 2 tot 8 cm. In het najaar, als ze ongeveer 10 cm groot zijn, zullen ze allemaal naar de open zee zwemmen; de Noordzee en de rand van de Atlantische Oceaan. Daar verblijven ze twee winters lang voor ze als volwassen dieren terugkeren om op hun beurt te paren. Dan zal de cyclus zich herhalen.