Ontdekkingen in de Filipijnen

Eind 2016 reizen we naar de andere kant van de wereld. Naar Cebu en Bohol, twee Filipijnse eilanden die bekend zijn om hun uitbundige onderwaterleven. We hopen twee dieren in het bijzonder te zien: het pygmee zeepaardje en de walvishaai.

Na ons vertrek uit Nederland arriveren we 28 uur later op onze bestemming op Cebu. De kantduiken zijn de moeite van een stukje uitzwemmen waard. We zien daar veel schildpadden die onverstoord doorgaan met hun maaltje bij elkaar knabbelen. De bootduiken zijn divers. We gaan naar koraaltuinen, wanden en zandbodems. En we vinden onze eerste zeepaardjes. Dit zijn Denise zeepaardjes. Wat zijn we blij om ze te zien! Zo klein en gracieus. Soms springt er eentje over naar een andere tak van de gorgoon. We moeten dan goed kijken waar hij gebleven is.

Bij Panagsama zwemmen we een half uur tussen een enorme school sardines. Soms zie ik de gids niet meer, zoveel vissen zijn er om me heen. Het voelt soms even of ik deel uitmaak van de school. Ze bewegen heel langzaam en harmonieus en dan weer snel en onverwacht. Bedoeld om jagers in verwarring te brengen. Het lijkt een balletvoorstelling waar we middenin zweven. En opeens zijn ze weer weg… ons in verbazing achterlatend. We bekijken een grot op 30 meter diepte bij het eilandje Pescador. Het uitzicht vanuit de grot op het blauwe water is mooi en mystiek. Op deze diepte is al veel kleur uit het zonlicht weggefilterd, waardoor alles zachter en blauwer lijkt.

Omdat we heel graag de walvishaaien willen zien, besluiten we een duikexcursie naar Oslob te boeken. Hier worden deze vissen een keer per dag gevoerd, zodat je ze gegarandeerd ziet. Met onze gids spreken we af dat we een stukje verder zwemmen, zodat we ze zien aankomen en wegzwemmen. We wachten op zes meter diepte en turen in de verte. Eerst vaag en dan opeens heel dichtbij zien we de eerste verschijnen. ‘Wat is hij groot! En hoe ga ik dit filmen?’, schiet door me heen. Ze komen opeens vanuit allerlei richtingen en ik word soms verrast door een dier dat onder me door of achter me langs zwemt. Het beneemt me soms de adem. De tweede duik is het zicht beperkt tot een meter of acht. Dit komt door de walvissenpoep, legt de gids uit. Ik ben blij dat ik mijn cap op heb. Ik maak detailopnames van hun ogen. Ze kijken je aan als ze langs zwemmen. Even nieuwsgierig als ik.

Na acht dagen vertrekken we naar Bohol. Onze eerste duik bij Seahorse Point belooft veel goeds maar …. geen zeepaardje. De naam is blijkbaar van een vroegere ontmoeting. Wel zien we magnifiek gekleurde slakken en een bidsprinkhaankreeft. Ook op Bohol helpen de gidsen ons enthousiast zoeken naar de vele kleine bewoners. Vooral de monkey crab vind ik grappig.

Bijna elke duik wisselen we koraalwanden af met zandbodems waarin we veel moois vinden. Zoals de zeemotten die zo grappig lopen en de flamboyante sepia die een kleurenshow geeft. Bij Wonderwall zien we weer pygmee zeepaardjes. Dit zijn Bargibanti. Ze zijn nog kleiner dan die op Cebu en zachtroze van kleur, precies de kleur van de gorgoon waarin ze wonen. Opnieuw genieten we enorm van het schouwspel en ik vraag de gids met een paar handgebaren of we hier mogen blijven tot ze ons aan het einde van de duik weer oppikt om terug naar de boot te gaan. Ze vindt het goed, gelukkig. Later die week zullen we er nog verschillende vinden en elke keer zijn we opgetogen om deze sprookjesachtige diertjes te zien.

Op beide eilanden zijn veel meester-verstoppers te vinden zoals hengelaarsvissen. Dan zie je ze opeens als ze hun hengel, een uitstulping op hun kop, uitsteken om een prooi te lokken. Of als je een oog ontdekt. Blijkt het toch geen spons te zijn, maar een vis. Dat maakt het speuren tussen de gekleurde koralen en sponzen zo leuk. Vaak is iets niet wat het lijkt.

We hebben prachtige duiken gemaakt en veel gezien, maar de meeste indruk maakten toch de twee bewoners waarvoor we gekomen waren. Een hele grote en een hele kleine; de walvishaai en het pygmee zeepaardje.