Zeepaardjes zijn sprookjesfiguren dacht ik als kind, net zoals zeemeerminnen en eenhoorns. Niet eens zo gek. De Latijnse naam is hippocampus. En hippocampus is ook de naam van een mythisch onderwaterwezen, dat de koets van Poseidon voorttrekt.
Ik weet nog hoe blij verrast ik was dat deze diertjes werkelijk bestaan.
Zeepaardjes zijn vissen en ze worden waarschijnlijk zo’n zes jaar oud. De meeste leven in tropisch water, maar twee soorten komen ook in Nederland voor: het kortsnuit- en het langsnuitzeepaardje. Sinds ik duik zie ik ze soms in het echt. Altijd ontroeren die ontmoetingen me. Het is ook sprookjesachtig hoe ze door het leven gaan.
Hoe mooi ze zich voortbewegen; statig rechtop met hun rugvin snel heen en weer bewegend.
Hoe ze elkaar het hof maken met een mooie paringsdans en elkaar hun leven lang trouw blijven.
Hoe ze zich voortplanten; het vrouwtje legt de eieren in de buidel van het mannetje waarna hij ze bevrucht en uitbroedt.
Na een paar weken vindt de bevalling plaats. Het mannetje perst de baby’s uit de buidel, waarna ze uitzwemmen en meteen op zichzelf zijn aangewezen. Die kleintjes zijn heel kwetsbaar en maar een paar behalen de volwassen leeftijd.
Bij Zijpe, een duikstek bij Bruinisse in Zeeland, zag ik deze zomer drie kortsnuitzeepaardjes. Het mannetje was zwanger en had een bolle buik. Wat zou het magisch zijn om de bevalling te zien. Misschien een volgende keer?….